‘We moeten als burgers het digitale initiatief terugpakken’

Is het internet stuk? Kunnen we alternatieve manieren bedenken om digitale ruimtes te ontwerpen en te organiseren, naast de advertentie-tech gedreven ruimtes die in handen zijn van een handvol miljardairs? We spreken erover met Wouter Tebbens, directeur van PublicSpaces. Lees verder om te ontdekken hoe zij het systeem willen veranderen.

Is het internet stuk?

Ja, er is veel kapotgegaan van het oorspronkelijke internet, met de idealen zoals we die in de jaren ’90 hadden. Vanaf de Declaration of Independence of Cyberspace van John Perry Barlow tot aan het surveillance capitalism wat we nu hebben is er een hoop gebeurd.

In mijn optiek zitten we nu met de volgende problemen: vanuit gemak zijn grote delen van onze infrastructuur overgegaan op een paar grote spelers, zoals Microsoft en Google, waardoor we nu voor grote delen van ons leven echt afhankelijk zijn van hen. Daarnaast worden alle digitale publieke ruimtes die wij als burgers gebruiken helemaal uitgelezen, gedocumenteerd en gemonitord door overheden en bedrijven. Dus privacy is vrijwel weg. En daar krijg je dan nu kunstmatige intelligentie bij.

In die opkomst van die recente A.I. tools zie je heel veel van deze problemen samenkomen: ja er is innovatie in digitale technologie, maar elke nieuwe uitvinding wordt meteen een speelbal van gefinancialiseerd kapitalisme: de grote bedrijven kopen alles op. Daardoor ontstaat er een logica die puur om winst draait, bij de aanbieders van tech en bij de gebruikers.

Hoe zou het anders kunnen?

Je ziet dat bij al deze ontwikkelingen eigenlijk geen publieke organisaties betrokken zijn, geen overheden, geen bibliotheken, geen omroepen, geen maatschappelijk middenveld, geen universiteiten. Hun rol is klein in deze transformatie, te klein. Wij zijn als burgers en collectieven niet betrokken bij het ontwerp van deze technologieën. We geven het al uit handen voordat de tech überhaupt is uitgerold. De mensen die nu bovenop technologie zitten zijn hyperkapitalisten die miljonair willen worden. 

We zouden het initiatief terug moeten pakken, als publiek, als overheid, als collectieve organisaties. We zouden samen moeten zeggen: we willen wel bepalen hoe we dit inrichten, we willen ons er wel vanaf het begin mee bemoeien. Niet iedereen zal daar thuis om zitten te springen, maar let wel: ook die mensen gebruiken nu Wikipedia. Dus het is in het voordeel van ons allemaal en dus moeten we ook allemaal meewerken aan deze ommezwaai.

Wouter Tebbens – Foto door Thomas Vilhelm http://www.thomasvilhelm.dk/

Wat is er erg aan dat Musk Twitter heeft gekocht?

We hadden 20 jaar geleden de kans om collectief op het open, decentrale web in te zetten en dat hebben we toen niet gedaan. Dankzij de actie van Musk hebben veel mensen ingezien dat ze als gebruiker van Twitter meewerken aan een bedrijf dat zoveel mogelijk winst probeert te putten uit het publieke debat. En daardoor zijn er miljoenen gebruikers overgestapt op de fediverse. En dat is heel goed nieuws.

De fediverse is het zogenaamde “gefedereerde universe”, een sociaal netwerk dat bestaat uit verschillende sociale netwerken die allemaal met elkaar kunnen praten. Daarin kan je op allerlei apps via een gedeeld protocol, ActivityPub, dingen met elkaar uitwisselen. Van boekrecensies tot filmpjes tot nieuws. En dan zonder dat adverteerders jou willen volgen en jouw gedrag willen analyseren en de gegevens daarover willen doorverkopen. Dankzij die toestroom van miljoenen nieuwe gebruikers ontstaat er nu een opbloei van nieuwe ideeën voor de fediverse. De mogelijkheden blijken eindeloos. En dat heeft Musk toch maar mooi voor elkaar.

Moeten we eigenlijk voor elke schadelijke technologie een alternatief bieden?

Nee, wij gaan bij PublicSpaces uit van dataminimalisatie en privacy by design. Dat betekent dat we al in het ontwerp van de technologie proberen het datagebruik te minimaliseren. Op die manier zie je dat er veel afvalt, aan functionaliteiten die niet per se hoeven. Een simpel voorbeeld: als iemand een ticket koopt voor een concert, heb je dan hun genderidentiteit nodig voor goede verwerking van hun transactie?

Hoe zie je de strijd in het tech-domein zich ontwikkelen, van 20 jaar geleden tot nu?

Kijk, tien of twintig jaar geleden was ik erg gefocust op tech als de crux van het probleem en de oplossing. We moesten en zouden perse werken op Linux, bijvoorbeeld. En met de strijders voor een progressiever copyright beleid zaten we weer in een ander, maar aanpalend kamp. En dan had je ook nog de privacy-beweging. Dat is nu gelukkig allemaal samen aan het komen, vooral omdat we nu een frame gebruiken: de politieke economie van de digitale publieke ruimte. In het frame van ruimte komt alles samen: de waarden en normen van technologie, hoe bedrijven met hun gebruikers omgaan, hoe eigendom en eigenaarschap is georganiseerd en hoe verdienmodellen hier een rol in spelen. Dus dat is absoluut winst.

Hoe past PublicSpaces hierin?

PublicSpaces is een coalitie van organisaties die samenwerken aan een internet op basis van publieke waarden. Dat doen we in drie sporen, die op elkaar aansluiten: 1) -probleemanalyse, bewustwording en netwerk bouwen, 2) -transitie faciliteren, door elkaar verder te helpen, en 3) de derde lijn is gericht op innovatie: wat is er nog meer nodig om dat andere internet te bouwen en hoe kunnen we door middel van onderzoek en ontwikkeling dat verder brengen?

We hebben al veel van de benodigde bouwstenen van een beter internet. En PublicSpaces probeert die te verzamelen en beschikbaar te stellen voor publieke en semi-publieke organisaties, zodat dat betere internet dichterbij komt.

Zo hebben we de Digitale Spoelkeuken, waarin deelnemende organisaties samen met ons team hun digitale voetafdruk openbaren. Met een vragenlijst op basis van hoe goed een bepaalde tool aan de publieke waarden uit ons manifest voldoet, kom je zo tot een score per gebruikte tool en een totaalscore voor je organisatie. Dat geeft inzicht en draagt bij aan het bewustzijn binnen de organisatie. Waar ligt de ruimte voor verbetering in hoe men met schadelijke technologie omgaat? Kunnen we daarvoor alternatieven bieden?

Mogen gemeenten ook lid worden?

Ja, we hebben een aantal soorten lidmaatschappen. Coalitiepartners zijn de kern, dat zijn de betalende leden die ook stemrecht hebben. De Netwerkpartners zijn wat meer institutioneel, denk aan Surfnet en de NPO. De derde categorie zijn gemeenten, zoals de gemeente Amsterdam. En dankzij een motie in de Tweede Kamer lijken er nu ook ministeries bij te komen, als vierde categorie partners. Dit jaar komen er ook sponsoren bij, dus dat wordt dan de vijfde categorie, dat zijn dan meer bedrijven die diensten aanbieden op basis van de publieke waarden.

Wat maakt PublicSpaces uniek?

Ik ken eigenlijk geen enkele Europese organisatie zoals PublicSpaces. Onze coalitie is een perfecte mix van institutioneel en maatschappelijk, en de perfecte combinatie van onderzoek en ontwikkeling, van bewustwording en participatie. Centraal staan de publieke waarden en de transitie naar een digitaal ecosysteem dat daarop gebaseerd is. Als netwerk helpen we elkaar in die transitie en proberen we samen op te trekken met andere netwerken en maatschappelijke bewegingen.

Goed om hier ook de PublicSpaces Conferentie te noemen, het hoogtepunt van het jaar. 27 en 28 juni vindt hij voor de derde keer plaats, in Amsterdam in Pakhuis De Zwijger, waar we wederom het hele gebouw zullen overnemen. 400-500 deelnemers gaan dan gedurende drie dagen samen in gesprek over de uitdagingen van de technologie van vandaag, en wat we nog meer moeten doen om bijvoorbeeld richting de fediverse te bewegen. Maar ook: hoe kunnen we onze sector meer laten nadenken over duurzaamheid? En hoe kunnen we de Nederlandse beweging voor een ander internet ook internationaal maken? We hebben een veertigtal sessies en kunstzinnige installaties en performances en een bazaar van ethische aanbieders. Een fantastische happening!

Waar staat PublicSpaces over 10 jaar?

Tegen die tijd moeten we voor elkaar hebben gekregen dat de scholen in Nederland niet meer op Google Classroom zitten. En dat het publieke debat niet meer op platforms van Big Tech wordt gevoerd. Tegen die tijd moeten we ook voor elkaar hebben gekregen dat er een alternatief financieringsmodel bestaat, zodat ontwikkeling van nieuwe tech binnen het publieke internet beter gefinancierd kan worden. Daarvoor moeten ook middelen vrij komen vanuit de overheid, zowel in Nederland als internationaal. In feite is het geld er al, maar is het een verandering van de eisen: stel de publieke waarden centraal. Dat zegt inmiddels ook de Nederlandse overheid met de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren. Ook daarover gaan we in debat tijdens de conferentie met nationale en internationale sprekers, zowel vanuit het maatschappelijk middenveld als vanuit de politiek.